- Duizenden auto’s van luxe Europese merken die onder de Volkswagen Groep vallen zijn in beslag genomen in havens in de VS, zo meldt zakenkrant Financial Times.
- De auto’s zouden een onderdeel bevatten dat gemaakt is in China met behulp van dwangarbeid en dat daardoor verboden is in de VS.
- Volkswagen zou niet op de hoogte zijn geweest van de herkomst van het onderdeel, maar is een onderzoek naar dwangarbeid in z’n Chinese fabrieken gestart.
- Lees ook: Duitse rechter oordeelt dat oplossing van Volkswagen voor dieselschandaal ‘opnieuw een vorm van sjoemelsoftware is’
Duizenden luxe bolides van Porsche, Bentley en Audi mogen de Verenigde Staten niet in, omdat ze een Chinees onderdeel zouden bevatten dat verboden is. De auto’s zijn daarom in Amerikaanse havens in beslag genomen, dat meldt de Britse zakenkrant Financial Times (FT) op basis van twee ingewijden.
Het onderdeel zou gemaakt zijn met behulp van dwangarbeid. Bronnen vertellen FT dat het onderdeel afkomstig is uit “West-China”, in die regio worden de Oeigoeren, een islamitisch etnische minderheid, door China onderdrukt.
Volgens de bronnen was Volkswagen niet op de hoogte van de herkomst van het onderdeel, omdat het kwam van een indirecte leverancier. Die leverancier heeft de Duitse autofabrikant uiteindelijk op de hoogte gebracht, waarna Volkswagen de Amerikaanse autoriteiten heeft ingelicht.
De VS hebben de import van producten die zijn gemaakt met behulp van dwangarbeid uit verschillende Chinese regio’s verboden.
Volkswagen doet onderzoek naar dwangarbeid in China bij toeleveranciers
Eerder op woensdag meldde Volkswagen al zijn activiteiten in de West-Chinese regio Xinjiang te onderzoeken. Dat besluit had de autofabrikant genomen na een publicatie van de Duitse zakenkrant Handelsblatt. Volgens die krant zou er bij de bouw van een testlocatie in Turpan, een stad in de West-Chinese regio, dwangarbeid hebben plaatsgevonden.
"Verschillende scenario's worden momenteel intensief onderzocht", meldt Volkswagen in een verklaring over het onderzoek. De bouw van de testlocatie werd al in 2019 voltooid. Dat moment viel samen met een periode waarin Oeigoeren werden gedwongen om te werken als onderdeel van wat de Chinese regering armoedebestrijding noemde.
Volkswagen voert inmiddels ook gesprekken met SAIC Motor, een Chinese autofabrikant met wie Volkswagen een gezamenlijk bedrijf heeft, SAIC Volkswagen. Die onderneming exploiteert een fabriek in de stad Ürümqi, die ook in Xinjiang ligt. Ook die locatie is al eens beschuldigd van mensenrechtenschendingen.
Volkswagen heeft de omstandigheden in de fabriek in Ürümqi afgelopen zomer al laten onderzoeken. De onderzoekers gaven in december aan dat ze geen bewijzen hebben kunnen vinden voor dwangarbeid.
De autofabrikant uit Wolfsburg is contractueel verplicht om tot 2029 betrokken te blijven bij die fabriek, waar ook Oeigoeren werken. Medewerkers voeren daar een laatste controle uit op al in elkaar gezette auto's, alvorens deze de fabriek verlaten.
De ingewijden wilden tegenover FT niet bevestigen of het onderdeel uit dezelfde regio kwam. De leveringen van auto's van Volkswagen zijn volgens hen uitgesteld tot eind maart. Voor die tijd moeten de onderdelen worden vervangen.